De manier waarop mensen over hun depressieve klachten vertellen blijkt te variëren naar tijd en naar gender. Dit boek laat de sociale vormgeving van depressieve gevoelens zien in een specifieke situatie: de spreekkamer van de psychoanalyticus in de tweede helft van de vorige eeuw. Daarnaast wordt een tiental recenter gepubliceerde autobiografieën over depressie geanalyseerd. Depressie blijkt niet goed begrepen te kunnen worden als een strikt individuele ervaring. Het is nauw verweven met de situatie waarin en met de persoon aan wie over de depressieve gevoelens wordt gecommuniceerd.
Onderzoekers op het gebied van de geestelijke gezondheid(szorg) kunnen in dit boek een historisch-sociologische belichting vinden van een problematiek die tot nu toe door psychologen en psychiaters wordt gedomineerd. De minder theoretische hoofdstukken van dit boek bevatten ten slotte belangwekkende informatie voor mensen die ooit zelf een psychotherapeut over hun problematische somberheid hebben verteld.
Jette Westerbeek (1953), sociologe, is als docent werkzaam aan de Universiteit Utrecht.