In veel Nederlandse steden staan grote ruimtelijke ingrepen op stapel. Verschillende steden ontwikkelen plannen voor de herontwikkeling van hun veelal verouderde stationsgebieden. Zij verwachten met deze projecten de ruimtelijke kwaliteit van bestaande gebieden te verbeteren. Terwijl de verwachtingen rond dergelijke stedelijke projecten hoog gespannen zijn, komen de projecten veelal slechts moeizaam van de grond. De verankering van de ambitieuze voorstellen blijkt problematisch.
Management van ruimtelijke kwaliteit gaat in op de thematiek van hoge ambities en moeilijke processen. De centrale vragen zijn: Hoe ontwikkelen voorstellen voor de herinrichting van stationsgebieden zich? Hoe raken deze voorstellen verankerd? Aan de hand van een bekend voorbeeld: de herontwikkeling van het stationsgebied van Utrecht, geeft dit boek inzicht in de wijze waarop partijen het ontwikkelingsproces kunnen managen om daarmee de ruimtelijke kwaliteit van bestaande gebieden te verbeteren.
Dit boek is met name bedoeld voor bestuurskundigen en planologen, maar is ook interessant voor beleidsmakers en andere betrokkenen bij binnenstedelijke herontwikkeling.
